Samen met zijn buren
“Kijk, het kattenkruid staat al even in bloei en de margrieten zijn bijna aan de beurt. En daar tussendoor staat de dropplant. Die komt wat later, maar bloeit tot het einde van de zomer door.” Allard Teunissen wijst ze aan in de berm voor zijn huis aan de Buntwal in Nijkerkerveen. Die kleurrijke berm heeft hij samen met de buren en met een beetje hulp van de gemeente aangelegd. “Het was een kaal strookje en dat wilde ik graag anders,” legt hij uit. “Veel mensen weten het niet, maar wanneer je je straat of buurt groener wil maken, mag je eigenlijk best veel van de gemeente.“nfris strookje gras
“De berm was een nogal saai strookje,” vertelt Allard. “Er bloeide een paar weken bloemen en daarna stonden er vooral distels. Die distels werden zo hoog, dat de weg voor de kinderen niet meer zichtbaar was, wat onveilig voelde. En als het regende vielen ze op de stoep.” Na de zomer veranderde de berm in een kale grasstrook. “Wat mensen gebruikten als hondentoilet. Niet zo prettig.”
Contact met de gemeente
Allard probeerde zelf bij te zaaien, maar dat lukte niet goed. Totdat hij tijdens een informatieavond over het hondenpoepbeleid van de gemeente in gesprek raakte met een beleidsadviseur. Hij legde uit dat hij graag een volle, bloeiende berm wilde. “Toen hoorde ik dat de gemeente graag helpt als je zelf het initiatief neemt én buurtbewoners betrekt. Er is zelfs een speciaal potje, de Stimuleringsregeling, waarmee je geld en hulp van de gemeente kunt krijgen voor zo’n soort project. Ik ben meteen aan de slag gegaan met een plan.”

Langbloeiers
Om te laten zien waarom hij de berm graag anders wilde, maakte Allard eerst foto’s van hoe de kale berm eruit zag. En zocht uit welke planten hij wel graag erin wilde hebben, die pasten bij de voorwaarden van de gemeente: inheemse planten die bijen en hommels aantrekken.

Allard: “Ik had in het centrum perkjes gezien die ik erg leuk vond. Met mooie kleuren en verschillende planten, die om de beurt bloeien, waardoor de perkjes heel lang mooi blijven. Eerst bloeien de paarse bloemen, daarna de witte. Met deze inspiratie en omdat ik zelf al één en ander in de tuin had gedaan, wist ik welke planten het moesten worden.”
De buren
Ondertussen ging Allard langs bij de buren in zijn straat. “Ik heb ze gevraagd of ze wilden helpen met het aanplanten. En of ze wilden helpen met het onderhouden van de berm. Dat wilden ze allemaal. En zoveel werk is het eigenlijk niet.” Zo kreeg hij het plan rond en kon hij de nieuwe planten gaan bestellen. “We mochten de factuur naar de gemeente sturen, met als tegenprestatie dat we zelf het onderhoud blijven doen.”

Nieuwe grond
Voordat Allard en zijn buren begonnen met aanpoten, kwam de gemeente langs om de oude berm uit te graven en verse grond erin te storten. Een nieuwe laag aarde, speciaal voor nieuwe planten. Vervolgens konden de buurtbewoners aan het de slag met het aanplanten. “Dat was eigenlijk heel gezellig. Bakje koffie erbij en je spreekt elkaar weer even. En je krijgt er samen iets moois voor terug.”
Onkruid wieden
Het onderhoud van de berm bestaat vooral uit het weghalen van onkruid. Allard: “Dat hoeft maar een paar keer per jaar. In de winter laten we de uitgebloeide planten bewust staan, vanwege de zaden. Die eten de vogels graag. Met vorst zien de uitgebloeide planten er trouwens ook prachtig uit, met zo’n wit laagje eroverheen. Pas in het voorjaar snoeien we de boel weer bij.”
Inmiddels bestaat de nieuwe berm twee jaar. “De begroeiing is voller geworden, waardoor we steeds minder onkruid hebben. Iedereen onderhoudt het stukje voor zijn huis. En zo nodig helpen we elkaar. Het is een fijn klusje om te doen.”


Complimenten
Allard geniet dagelijks van de nieuwe versie van de berm. “Als ik uit het raam kijk of de straat in kom rijden, dan heb ik echt plezier van het werk dat we hebben gedaan.” De berm vol bloemen en planten is ondertussen ook echt een stukje van de wijk geworden. “Mensen vinden het leuk en laten hun hond nu ergens anders poepen.” Allard en zijn buren krijgen dan ook veel complimenten van achterburen en buurtbewoners die langswandelen. “Soms vragen mensen hoe we het hebben gedaan. En dan vertel ik over de samenwerking met de gemeente. Want nogmaals: er mag best veel. En je straat of buurt knapt er enorm van op.”